Vormen van TOS deel 1

*Na wat meer onderzoek te hebben gedaan, is er alleen vastgesteld dat verbale ontwikkelingsdyspraxie onder TOS valt. De rest van de vormen vallen dus niet onder TOS, dat wist ik bij het maken van dit bericht toen nog niet.*
Er zijn verschillende vormen van taal- en spraakproblemen. Deze kunnen in aard en ernst van de problematiek sterk uiteen lopen. Vaak heeft een kind een combinatie van vormen:
- Verbale ontwikkelingsdyspraxie
- Dysfasie
- Slechthorendheid en doofheid
- Dyslexie
- Articulatieproblemen
Verbale ontwikkelingsdyspraxie:
Bij dyspraxie gaat het om problemen in het gebruik en beheersen van de spieren. Belemmert dyspraxie de ontwikkeling van spraak bij kinderen, dan spreken we van een verbale ontwikkelingsdyspraxie.
Dysfasie:
De term dysfasie betekent dat spraak in beperkte mate mogelijk is. De meest gangbare opvatting luidt: taal-en spraakmoeilijkheden die nog niet zijn opgeheven na het achtste jaar. Kinderen met een dysfatische ontwikkeling hebben een aanzienlijk beter taalbegrip dan spraak-en taalproductie.
Slechthorendheid en doofheid:
Bij de taal-en spraakontwikkeling speelt het gehoor een essentiële rol. Een nog niet ontdekte gehoorbeperking bij een kind kan een belangrijke reden zijn voor een stoornis in de taalontwikkeling en voor problemen met het spreken.
Dyslexie:
Dyslexie is een functiestoring in de hersenen bij het verwerken van geschreven letters, woorden en symbolen. Het probleem zit hem vooral in het op de juiste manier koppelen van wat een kind ziet en hoort en welke betekenis erbij past. Er bestaan verschillende soorten dyslexie.
Articulatieproblemen:
Er is sprake van een articulatiestoornis als een kind met de articulatie sterk achterblijft in vergelijking met leeftijdsgenoten. Er is sprake van een fonologische stoornis als een kind zowel een probleem heeft met de uitspraak als met de taal.