Middelbare school
Op de middelbare
school was ik in het begin natuurlijk altijd heel erg interessant, aangezien ze
niemand kenden die zo praatte als ik. Echter, op den duur was ik ook weer de 'domme'
van de klas. Ik had namelijk de theoretische leerweg (vmbo-t) geprobeerd, echter lagen
mij de vakken aardrijkskunde en geschiedenis niet. Bij aardrijkskunde is voor
mij elke stip, water of rivier gelijk en bij geschiedenis kon ik mij al die
jaargetijden en wanneer wat is gebeurd ook niet onthouden. Om eerlijk te zijn, interesseerde
het mij ook weinig. Hierdoor moest ik toen een niveau lager en heb ik de kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo kader) gevolgd. Dit heb ik toen met twee vingers in mijn neus gedaan, aangezien het
eigenlijk veel te makkelijk voor mij was.
Achteraf gezien had ik wel de theoretische leerweg kunnen volgen, als ik ondersteuning vanwege mijn
taalstoornis had gekregen. Ik had dit echter niet, aangezien wij niet wisten dat
ik recht op ondersteuning had, en dit ook niemand tegen ons zei. Natuurlijk had ik wel moeite met de vakken Nederlands en Engels. Niet alleen met de grammatica,
maar ook met de woordenschat en spelling. Voor mij maakt dit niet uit welk niveau
en in welke taal dit is, want ik zal hier altijd moeilijkheden mee hebben. Pas toen realiseerde ik mij dat ik niet alleen een spraakstoornis heb, maar ook nog een
taalstoornis. Natuurlijk ligt de focus op mijn spraakstoornis, omdat je dit ook
gelijk hoort als ik begin te praten. Mijn taalstoornis zie je vaak op
papier, in een appje of bij het versturen van een mail terug. Hierin is mijn Nederlands vaak wel goed, maar je kunt het een beetje vergelijken met dyslexie. Het is leesbaar en je snapt wat er staat,
echter missen er soms nét de puntjes op de i.